Webmagazine
Master Journalistiek VUB
2014-2015

Breaking News

vrijdag 27 maart 2015

Analyse: Het imagoprobleem van Gamergate, de bitse strijd tussen gamers en feministen


Roep om onafhankelijke journalistiek lijkt rookgordijn om vrouwen lastig te vallen


Vrouwenhaat en ethische journalistiek. 

Als iemand je vraagt beide begrippen uit te leggen, zul je waarschijnlijk definities geven die amper iets met elkaar te maken hebben. Toch is er op internet vorig jaar een beweging gegroeid onder gamers, #Gamergate, die zich in een grijze zone tussen de twee bevindt. Volgens aanhangers is de beweging vooral bezorgd over hoe er over videospelletjes bericht wordt in de media. Maar volgens tegenstanders is de hashtag een haatcampagne tegen vrouwen in de wereld van de videospelletjes.

Het was acteur Adam Baldwin die de hashtag #Gamergate lanceerde op 27 augustus 2014. Met veel succes, want in de volgende maanden werden er dagelijks zo’n 50 000 tweets gestuurd onder die noemer.

De beweging zegt zelf te streven naar neutrale journalistiek wat betreft videospelletjes. Verhalen van journalisten die al voor de release toegang krijgen tot spelletjes op voorwaarde dat ze een goede recensie schrijven, bewijzen dat aanhangers met recht en reden bezorgd zijn. Toch valt niet te ontkennen dat tegenstanders ook een punt hebben als ze beweren dat Gamergate vooral vrouwen aanvalt. Dat bewijzen de onderstaande verhalen, die de beweging bekend gemaakt hebben.

Met de regelmaat van de klok duiken er ook nieuwe hashtags op die dan weer samen met #Gamergate druk getweet worden. Een van de populairste is #NotYourShield. ‘De Gamer’ wordt nog steeds gezien als een blanke - meestal heteroseksuele - man. #NotYourShield verenigt mensen die niet aan die criteria voldoen, maar wel Gamergate steunen. Ze willen niet als schild gebruikt worden door de tegenstanders die de beweging afdoen als een stelletje gefrustreerde, seksistische mannen. Tegenstanders van Gamergate, die de seksistische opmerkingen aanklagen, worden meteen #SJW’s genoemd, Social Justice Warriors, wat vooral als scheldwoord bedoeld is.

The Quinnspiracy
Zoe Quinn is een Amerikaanse game-ontwikkelaar die in februari 2013 Depression Quest uitbracht, een spel dat mensen wil tonen hoe het is om te leven met een depressie. In augustus vorig jaar werd het spel opgepikt door Steam, een online distributieplatform. Op dat moment verscheen er ook een blog door Quinns ex-vriend, die haar ervan beschuldigde hem te hebben bedrogen met een game-journalist, in ruil voor positieve recensies.

Gamergaters stonden op hun achterste poten: journalisten, en bij uitbreiding bloggers, zijn niet meer neutraal doordat ze nauwe banden hebben met de makers van de spelletjes waarover ze schrijven.

De journalist in kwestie, Nathan Grayson, had in het verleden inderdaad een artikel geschreven over Depression Quest maar, zo verzekerde de hoofdredacteur van de website waarvoor Grayson schreef, dat was voor zijn relatie met Quinn. Grayson heeft ook nooit een recensie geschreven over het spel.

Toch werden Quinn en haar familie vervolgens het slachtoffer van een haatcampagne. Haar accounts op diverse sociale media werden gehackt, haar persoonlijke gegevens gepubliceerd en ze ontving berichten waarin mensen haar dreigden te verkrachten en te vermoorden. Opvallend genoeg kreeg Grayson geen bedreigingen en werd er ook amper over hem getweet.

Enkele maanden na The Quinnspiracy kwam een ander verhaal aan het licht dat twijfels deed rijzen over de onafhankelijkheid van recensenten. De makers van het spel Shadow of Mordor gaven bekende bloggers en Youtubers de kans hun spel al voor de officiële release te spelen. Maar ze moesten wel een contract tekenen waarin stond dat ze er enkel positieve dingen over mochten schrijven. Dat gebrek aan onafhankelijkheid is precies wat de Gamergaters willen aanklagen. Toch veroorzaakte dit verhaal amper ophef op de sociale media.

Bayonetta 2
Recensenten liggen vooral onder vuur als ze te positief zijn over videospelletjes, maar een Amerikaanse journalist, Arthur Gies, kreeg het dan weer hard te verduren omdat hij niét onverdeeld positief was over een bepaald spel.

Gies schreef voor website Polygon een recensie over Bayonetta 2, een spel waarin een vrouwelijk hoofdpersonage zich al vechtend een weg baant door een massa vijanden om haar vriend te redden. Hij gaf het spel een score van 7.5/10. Beduidend lager dan de 91% die het spel gemiddeld kreeg van recensenten. Wat er volgens Gies mis was met Bayonetta 2? ‘De overdreven objectivering van het hoofdpersonage, met uitgebreide close-ups van de niemendalletjes die ze draagt, stoort en leidt de aandacht af van de goede elementen zoals de creativiteit van de makers in de vechtscènes.’

Meteen kreeg Gies boze reacties te verwerken. Want, zo luidde de redenering, in een review hoor je enkel aandacht te hebben voor het verhaal, de gameplay en eventuele fouten in de software. Dat het hoofdpersonage niet meer is dan een pakketje borsten en billen, in die mate dat het storend is voor de recensent, is niet relevant volgens velen. De recensent mag volgens hen zijn eigen mening niet ventileren, want dat is ‘niet neutraal’.

"Recensenten mogen
 hun eigen mening niet uiten."
De kritiek die websites te verduren krijgen van gamers, is enorm. Toen Gamasutra, een website over videospelletjes, een artikel publiceerde dat het einde van ‘de gamer’ als identiteit aankondigde, was het hek van de dam. Boze lezers stuurden mails naar chipfabrikant Intel met de eis dat die zijn advertenties op Gamasutra stopzette. Dat gebeurde ook, maar enige tijd later verontschuldigde Intel zich voor die zet, omdat het geen partij wilde kiezen in het conflict. Gamergaters zijn dan wel geen journalisten, maar de vraag is of hun actie ethisch in orde was. Ze hebben zich verenigd om een bedrijf onder druk te zetten omdat een website iets schreef wat ze niet leuk vonden.

Anita Sarkeesian
Arthur Gies is overigens niet de enige die wijst op de vaak problematische voorstelling van vrouwelijke personages in videospelletjes. Hij schreef één recensie over één spel, maar de Canadese feministe Anita Sarkeesian klaagt het probleem al enkele jaren aan en krijgt het hard te verduren.

De controverse rond de blogster en Youtube-ster is al enkele jaren aan de gang. Sarkeesian maakt al sinds 2009 video’s waarin ze de vertegenwoordiging van vrouwen in videogames, films en literatuur bespreekt. Vrouwen worden volgens haar nog te vaak afgebeeld als jonkvrouw in nood.

Critici vinden dat Sarkeesian overdrijft in haar video’s. Ze zou die elementen uitkiezen die haar betoog ondersteunen, zelfs als dat maar een fractie van het volledige spel is. Sinds 2012 krijgt Sarkeesian dan ook af te rekenen met haatcampagnes. Zo werden, net als bij Zoe Quinn, haar persoonlijke gegevens online gegooid en krijgt ze doodsbedreigingen. Iemand maakte zelfs een spel ‘Beat up Anita Sarkeesian’, waarbij je haar in elkaar moet timmeren. Een andere feministe die kritiek had op dit spel, werd vervolgens zelf bedreigd.

In oktober vorig jaar zou Sarkeesian een lezing geven op een school. Maar iemand dreigde ermee iedereen op die lezing neer te schieten en verwees daarbij naar een schietpartij op een school in 1989, waarbij de schutter handelde vanuit een diepe haat tegenover feministen. De lezing werd afgelast.

Een andere vrouw die enkel nog lezingen geeft op voorwaarde dat er voldoende veiligheidsmaatregelen worden getroffen, is Brianna Wu. Wu is een Amerikaanse die zelf spelletjes maakt en zich kritisch uitlaat over Gamergaters die ‘vechten tegen een apocalyptische toekomst waarin vrouwen acht percent vormen van alle programmeurs in plaats van drie percent’. Haar adres en andere persoonlijke gegevens werden prompt online gedeeld en bedreigingen volgden meteen.

Milo Yiannopoulos
Volgens veel Gamergaters verzinnen Sarkeesian, Wu, Zoe Quinn en andere vrouwen die bedreigingen. Ze zouden zelf, met anonieme accounts, hun gegevens publiceren en dreigmails sturen. Het bewijs? ‘Andere feministen hebben dat in het verleden al gedaan.’ Vreemd genoeg stelde amper iemand zich vragen over de echtheid van de bedreigingen aan het adres van een voorstander van #Gamergate.

Die aanhanger is Milo Yiannopoulos, een Britse journalist en voor veel Gamergaters een van de helden van hun beweging omwille van zijn artikels op verschillende websites. Hij bracht onder andere aan het licht dat Amerikaanse game-journalisten via e-mail contact onderhielden met elkaar en afspraken om Zoe Quinn te steunen. De communicatie tussen journalisten en de afspraken die ze maakten, was koren op de Gamergate-molen. Toch kan je jezelf de vraag stellen of Yiannopoulos het beste uithangbord is voor een beweging die streeft naar openheid en ethische journalistiek. Een bedrijf van Yiannopoulos kwam immers in opspraak nadat het, onder druk van de Britse krant The Telegraph, de uitslag van een wedstrijd voor ondernemingen zou hebben aangepast.

Yiannopoulos is nu een gerespecteerd lid van Gamergate, maar tot augustus 2014 schreef hij regelmatig artikels waarin hij gamers kinderachtig noemde. In tweets herhaalde hij dat en gaf hij videospelletjes de schuld van schietpartijen op scholen. Op 14 augustus klonk het nog zo: ‘Personally, I don’t understand grown men wasting their lives playing computer games. It seems a bit sad to me.’ Met andere woorden: volwassen mannen die videospelletjes spelen, zijn zielig. Maar hij vond niet dat gewelddadige spelletjes verboden moeten worden, want ‘het is niet aan hem om te bepalen wat zonderlingen in ondergoed met gele vlekken in hun vrije tijd doen’. Over een protest van gamers in 2013 tweette hij dat het niemand iets kan schelen wat die mensen denken.

Amper twee weken na het artikel waarin Yiannopoulos gamers zielig noemde, kwam hij dan met een stuk waarin hij stelde dat die mannen terecht gefrustreerd raken door ‘feministische bullebakken die de game-industrie kapot willen maken’. De oorspronkelijke titel van het stuk kan je nog zien in de link van het artikel, daar was er sprake van ‘liegende, hebberige, promiscue feministische bullebakken’. Ook zijn twitterpagina staat vol seksistische opmerkingen.

"Milo haat gamers,
maar haat feministen
nog meer."
Het lijkt er dus op dat Milo Yiannopoulos weliswaar gamers haat, maar feministen nog meer. Dat hij zich vooral achter #Gamergate geschaard heeft omdat het hem goed uitkwam. Criciti merken op dat Yiannopoulos’ gedrag niet strookt met het ideaal van ethische journalist dat Gamergate beweert na te streven en dat hij zelf vooral van leer trekt tegen feministen. Met uitzondering van de mailinglijst die hij publiceerde, heeft hij niet veel aandacht voor de problemen rond ethiek en onafhankelijkheid.

Toen Yiannopoulos op 20 september een injectienaald ontving via de post, werd er meteen met een beschuldigende vinger naar feministen gewezen. Een Gamergater die in een online gesprek daarover suggereerde dat ze best even afwachtten met hun hevige reacties, werd weggestemd. Anita Sarkeesian verzint dus volgens Gamergaters de bedreigingen die ze ontvangt, maar als een van hen bedreigd wordt, stelt niemand zich er echt vragen bij.

Petitie
Op 10 maart verscheen een petitie waarin Gamergaters vragen dat de Amerikaanse overheid een officieel onderzoek opstart naar hun beweging. Ze doen dat om aan te tonen dat ze geen vrouwenhaat tolereren binnen hun hashtag: ‘haal de rotte appels eruit’. Als de petitie 100 000 handtekeningen verzamelt, moet president Obama officieel reageren op de vraag. De petitie loopt van 10 maart tot 9 april. Op 27 maart, precies halfweg staat de teller op 330 handtekeningen.

Het is een illustratie van het imagoprobleem waarmee #Gamergate te kampen heeft: een
aantal mensen bedoelen het goed en zijn terecht bezorgd over hoe er over hun hobby wordt geschreven, maar een ander deel van de beweging lijkt andere prioriteiten te hebben.

De vraag is dan wat die eerste groep daaraan kan doen. Een nieuwe hashtag starten zou een optie kunnen zijn, al bestaat altijd het gevaar dat de nieuwe naam weer overgenomen wordt door anderen.


@AnDierickx

0 reacties:

Een reactie posten