Webmagazine
Master Journalistiek VUB
2014-2015

EXPO: (im)Possible Road werpt unieke blik op de toekomst

(im)Possible Road tart de verbeelding van bezoekers op verschillende locaties in Gent en daagt hen uit na te denken over het (on)mogelijke.

Eerste geslaagde penistransplantatie geen revolutionaire gebeurtenis

Ethici en urologen hebben bedenkingen bij de eerste 'geslaagde' penistransplantatie.

Column: Auto met een strikje rond

‘Gestolen voertuig?’ Deze twee woorden waren genoeg. Ze deden de grond wegzakken onder mijn voeten. Voelden als een klap in mijn gezicht en een stomp in mijn maag, en dat allemaal tegelijk.

Regenbogen domineren de voetbalvelden

‘Studies hebben uitgewezen dat er in het voetbal nog steeds een taboe heerst over homoseksualiteit.’ Maar is het wel belangrijk dat de allerjongsten dit taboe al proberen te doorbreken?

Eengemaakte digitale markt binnen Europa stap dichterbij

De Europese Commissie maakte er bij haar aantreden een prioriteit van om nog binnen deze ambtstermijn een eengemaakte digitale markt te realiseren. Vorige woensdag maakte ze bekend welke terreinen ze wil aanpakken, in de aanloop naar verdere besprekingen in mei.

'De sp.a heeft te lang het centrum willen behagen.'

'De verkiezingscampagne domineert nu al anderhalve maand de media. Het is stilaan wel geweest.' Een gesprek met John Crombez over de (on)zekerheid van zijn kandidatuur, de angst van de samenleving, en de authenticiteit van zijn partij.

Breaking News

maandag 29 augustus 2016

Electronic sport en de wondere wereld van het nerdvana

Van alle sporten zijn er maar enkele die de media halen. Veel van die sporten die de media niet halen moeten zich dan ook dubbel zo hard bewijzen. Er zijn varianten waarbij de twijfel de kop opsteekt of de activiteit wel bestempeld kan worden als ‘sport’. Electronic sport (afgekort e-sport) heeft alles wat bekendere disciplines ook hebben, maar niet iedereen lijkt daarvan overtuigd.

Volgens topman van Dexerto France Nicolas Hulsmans (@DexertoNico) kan e-sport, ofwel het professioneel spelen van computerspellen, als een volwaardige sport beschouwd worden. ’Er komt ontzettend veel teamspirit en communicatie aan te pas en de vaardigheden zijn echt niet eenvoudig om aan te leren. Het vraagt dan ook ontzettend veel tijd voor je aan de top kan meedraaien.’ In principe kan je volgens hem e-sport vergelijken met schaken, want hoewel de spelers fysiek weinig tot niet bewegen moet een e-sporter over verscheidene capaciteiten beschikken.


Wat is Dexerto?


Dexerto is een nieuwswebsite die e-sport
covert over Call of Duty. De grootste bron
van inkomsten zijn de advertenties. Dexerto
verkoopt advertentieruimte aan merken die
hun producten aan onze doelgroep willen
tonen (voornamelijk tussen 13 en 21 jaar).

’Marketing is onze grootste bron van inkomsten
en dat is eigenlijk voor het hele e-sport-
gebeuren zo.’ Aangezien Dexerto gespecialiseerd
is in Call of Duty mochten ze ook als onderaan-
neming de wereldbeker in Parijs organiseren.


Eigen aan een sport is ook de heldenstatus die topsporters bezitten. Bekende e-sporters worden dan ook als ware helden aanzien en hebben tal van fans, de een al wat gekker dan de ander. Tijdens een groot evenement in Parijs moest Hulsmans ook de taak van bodyguard op zich nemen om de talloze fans op een veilige afstand te houden. 'In Amerika is het soms helemaal te gek voor woorden. Grote teams hebben hun eigen ”gaming house” waar ze samen leven en trainen. Het is daar wel eens gebeurd dat hevige tegenstanders de politie hebben opgebeld met een valse melding zodat de SWAT binnenstormde.’ Een illustratie van hoe hard e-sport leeft bij fans.

Prijzengeld
Een ander aspect waardoor e-sport als volwaardige sport beschouwd kan worden,  zijn de budgetten. Het prijzengeld dat men kan verdienen is op zijn minst indrukwekkend te noemen. Zo won een Chinees team afgelopen zomer een Dota 2-tornooi. Dat is een online spel waarbij teams van 5 het tegen elkaar opnemen en elkaars “Ancient” (een soort standbeeld in de basis) proberen te vernietigen. De Chinezen verdienden hier in totaal 3,7 miljoen euro mee. Geld dat ze wel nog moesten verdelen onder elkaar, maar het blijft een leuk extraatje.  

In België staat e-sport nog in zijn kinderschoenen. Nicolas Hulsmans is zelf een Belg, maar werkt voor het Franse luik van Dexerto. ’Wij zijn ook actief in de hele Benelux, maar in België is ontzettend weinig te doen. De Franse markt is dan ook, vooral in commercieel opzicht, een veel interessantere piste.’

Imagoprobleem
Over de toekomst van e-sport in België zijn de meningen verdeeld. Het lijkt moeilijk om in een klein land als België te groeien. ’Ik zie er toekomst in', zegt Hulsmans, 'maar niet op hetzelfde niveau als waarop andere landen meespelen. België loopt tien jaar achter en heeft op het vlak van e-sport nog niks bereikt. De enige Belgische spelers die het gemaakt hebben, zijn naar het buitenland moeten vertrekken.’ 

Volgens Hulsmans is het een vicieuze cirkel. Er is in België nog te veel taboe rond gamen en de media brengen het ook niet altijd op de beste manier naar voren. Vanaf het moment dat de media op de trein springen, kunnen investeerders geïnteresseerd raken. En zo kan de bal aan het rollen gaan.

Twitter Nicolas Hulsmans: @DexertoNico
@JoeyKestemont

woensdag 1 april 2015

Dubbelinterview: Maarten Boudry en Sami Zemni



‘We moeten de problemen met de islam onder ogen durven zien’, zegt Maarten Boudry, ‘de Koran, de kern van die godsdienst, is een haatdragend boek.’ ‘Maar moslims kunnen ook nadenken, hoor. Ook zij kunnen zich een mening vormen over wat ze lezen’, antwoordt Sami Zemni. Een gesprek met twee Gentse academici over de islam, de Koran en religieuze hervorming. 

Luttele minuten voor het begin van het interview kost een aanslag in Tunesië het leven aan tweeëntwintig toeristen. Sami Zemni, wiens vader afkomstig is uit het getroffen land, is zichtbaar aangedaan. Zijn telefoon staat geen seconde stil. ‘Terzake hangt al aan de lijn’, verklaart hij, ‘het zijn drukke tijden voor kenners van het Midden-Oosten en Noord-Afrika.’

Het hele interview lang overschouwt een levensgroot portret van Darwin de ruimte. ‘Ik ben wetenschapsfilosoof’, verklaart Maarten Boudry, ‘ik ben bezig met de kwetsbaarheid van ons brein voor irrationele denkbeelden. En daar is natuurlijk een raakvlak met religie.’ De jonge onderzoeker schreef bovendien enkele opiniestukken over radicalisme en de Koran. ‘Je hoort vaak dat jihadistisch geweld weinig of niets met de islam te maken heeft. Maar daar ben ik het absoluut niet mee eens.’

En daarom vindt u dat de islam dringend nood heeft aan hervorming. Is er in die religie ruimte voor fundamentele verandering?

Boudry: Ik betwijfel dat. We zien hoe bijna elke keer als de islamitische wereld een crisis doormaakt, bepaalde groepen zich terugplooien op hun oorspronkelijke cultuur. Keer op keer grijpen zij terug naar de oorspronkelijke teksten van de Koran en doen ze elke hervorming teniet.

Toen op het einde van de achttiende eeuw het Ottomaanse Rijk in verval was, zijn op het Arabische Schiereiland de Wahabisten aan de macht gekomen. Zij hebben een terugkeer ingezet naar de wortels van de islam. Daardoor zien we sinds de jaren 1980 wereldwijd een sterke fundamentalistische terugval.

Zemni: Maar het is heel belangrijk om te beseffen dat die evolutie niet uitsluitend met de islamitische leer te maken heeft. Om het radicalisme van vandaag te begrijpen moeten we rekening houden met een erg complex geheel van politieke en sociaalhistorische redenen.

Stel dat er op het Arabische Schiereiland geen olie was gevonden. Dan hadden de Verenigde Staten geen geld in die regio gepompt en waren de Wahabisten nooit zo succesvol geweest. Dan had de islamitische wereld er vandaag misschien helemaal anders uitgezien. 

De islam is niet gedoemd om op crisismomenten altijd terug te grijpen naar het verleden.

U bent er nochtans van overtuigd dat de Koran de kern van het probleem is?


‘De Koran blijft de essentie
van de Islam, voor alle 
moslims, hoe je het ook 
draait of keert. En dat is 
door de band genomen 
een haatdragend boek’

Boudry: Ja, omdat ik geloof dat als de Wahabisten niet aan de macht waren gekomen, een andere groep daar wel naar had teruggegrepen. Dat boek blijft de essentie van de islam, voor alle moslims, hoe je het ook draait of keert. En je kan aan een heilige tekst wel een beetje morrelen en masseren, maar zoveel spelingsruimte heb je niet. 

En de Koran is door de band genomen een haatdragend boek met een totalitaire ideologie. Het is een lange tirade tegen ongelovigen. Het wijst voortdurend op de eeuwige folteringen die hen te wachten staan, wanneer het Laatste Oordeel is aangebroken. Daarnaast is een groot deel gewijd aan de Heilige Oorlog, de jihad, die moet uitmonden in de onderwerping van de hele wereld. En die jihad is een plicht voor alle moslims, dat staat ook in het boek.

Is het volgens u mogelijk om op een andere manier met de Koran om te gaan?

Zemni: Zeker en vast. Er is de laatste decennia al heel veel veranderd. Tot een kleine honderd jaar geleden keek een massa geleerden er nauwlettend op toe of mensen de Koran niet te veel zelf zouden lezen en interpreteren. Dankzij de alfabetisering is dat veranderd. Ook in de islamitische wereld worden gelovigen nu aangemoedigd om zelf na te denken en om zich een mening te vormen over wat ze lezen.

Bovendien staan er vandaag verschillende mensen op die zichzelf als hervormers zien. Zij streven naar een nieuwe omgang van de gelovigen met het Heilige Boek. En je kan dat natuurlijk alleen maar aanmoedigen. De islam heeft die hervorming nodig. 

Waarom hebben die stemmen voorlopig zo weinig succes?

Zemni: Omdat zij veel te weinig impact hebben op het gros van de gelovigen. Hun werk blijft tot nu toe vooral een intellectuele oefening. De fundamentele strekkingen zijn veel hardnekkiger en daarbij spelen macht en geld een heel belangrijke rol. Islamitische Staat heeft olievelden, geld om wapens te kopen en om diensten te verlenen aan haar bevolking. Hetzelfde geldt voor Saoedi-Arabië, dat op bergen oliegeld kan teren. Daardoor zijn zij zo succesvol in het verspreiden van hun uiterst conservatieve versie van de islam over de wereld.

Mensen die een ander verhaal vertellen, gaan ook eerst macht moeten opbouwen. Je kan niet met enkel een goed argument miljoenen moslims overtuigen. Je moet je boodschap kunnen verspreiden, niet met dwang, maar wel met geld en macht. Voorlopig ontbreekt dat laatste.

Zou u liever alle moslims eenvoudigweg afstand zien nemen van de Koran?

Boudry: Ja, toch zeker van grote delen. Ik besef dat ik daar eigenlijk het onmogelijke vraag. De Koran zegt zelf dat hij een en ondeelbaar is. Hij is te nemen of te laten. Maar toch moeten moslims die stap durven wagen. Dat is de enige weg vooruit.

Want natuurlijk wil de overgrote meerderheid van de gematigde moslims een vreedzame, tolerante islam, die te rijmen valt met de mensenrechten en de democratie. Maar als ze geen gezichtsverlies willen lijden binnen hun eigen gemeenschap, moeten ze zich wel blijven beroepen op de Koran. 

‘Moslims weten wel 
dat er mensen zijn 
die hun geloof delen 
en op basis daarvan 
gruwelijke dingen 
doen.  Maar zij willen
daar niets mee 
te maken hebben’
Wanneer anderen dan in naam van dat boek vreselijke misdaden begaan, hebben gematigde moslims een totaal onvermogen om die link te erkennen. Een intelligente moslima vertelde mij onlangs dat alle Syriëstrijders gewoon geestesziek zijn en dat de Heilige Tekst geen enkele blaam treft. Dat is natuurlijk onzin. Maar zij kon dat gewoon niet toegeven, zonder haar eigen traditie verdacht te maken. En ze plukte dan hier en daar in de Koran wat vredelievende kersen, terwijl ze de veel talrijkere haatverzen simpelweg negeerde.


Zemni: Maar Maarten, dat is toch eigen aan elke gelovige die met paradoxen geconfronteerd wordt. Gelovigen beroepen zich altijd op het deel van de traditie dat zij waardevol vinden en de rest laten ze links liggen. Zij weten wel dat er mensen zijn die hun geloof delen en op basis daarvan gruwelijke dingen doen. Maar zij willen daar niets mee te maken hebben.

Bovendien is het voor moslims ook heel gemakkelijk om radicale lezingen van de Koran af te zweren, omdat er in de islam geen instituut zoals de kerk bestaat. Er bestaan geen religieuze dogma’s, die nageleefd moeten worden. 

Boudry: Maar dat maakt hervorming toch niet gemakkelijker? Een instituut zoals de kerk kan moderniseren, maar de Koran blijft altijd dezelfde zevende-eeuwse tekst.

U deelt die fatalistische houding niet?

Zemni: Nee. Ik geloof niet dat er telkens opnieuw fundamentalistische opstanden zullen komen zolang de Koran niet afgezworen wordt. Het is wel degelijk mogelijk om binnen de islamwereld een weg te vinden om bepaalde essentiële waarden, zoals de vrijheid van religie, te aanvaarden. Maar hoe de gelovigen dat bekomen, daar hebben wij eigenlijk geen zaken mee. Dat zullen zij zelf moeten uitmaken. Dat is toch ons probleem niet.

Boudry: Nee, maar wij kunnen als buitenstaanders wel een inschatting maken van hoe geloofwaardig bepaalde hervormingsprojecten zijn. Een politieke partij die vasthoudt aan de Koran en de sharia, zal volgens mij nooit in staat zijn tot grote hervormingen. Van zodra zij te veel toenadering doet naar de moderniteit en de mensenrechten, zal ze op protest stuiten. Ze zal door haar achterban aangepakt worden, wanneer ze bijvoorbeeld godsdienstvrijheid of gelijkheid van man en vrouw propageert, omdat die zaken in strijd zijn met de Koran.

Zemni: Daar heb ik het echt moeilijk mee. Ik vind dat je met die fatalistische visie ook in de kaart speelt van de radicalen. Het lijkt alsof je hen gelijk geeft. Je moet de hoop blijven koesteren dat er succesvolle hervormers zullen opstaan. Ik kom geregeld mensen tegen die aan de basis aan het werken zijn. Zij proberen de gelovigen bij te brengen dat het ook anders kan, weg van de fundamentalistische interpretaties die we vandaag vaak zien.

Boudry: Natuurlijk gaat al mijn sympathie uit naar die mensen. Maar intellectueel kan ik hen niet volgen. Omdat ze binnen de islam blijven, een godsdienst die zeer weerbarstig is ten aanzien van de moderniteit.

Ik heb al veel boeken van hervormers gelezen en je voelt hoe lastig hun evenwichtsoefening is. Rachid Benzine suggereert bijvoorbeeld dat we de Koran moeten zien als een menselijke overlevering, waar fouten in geslopen zijn. Dat je hem in zijn historische context moet bekijken. Maar gelooft hij dan nog in de openbaring? 

Voor radicale, en zelfs veel gematigde moslims, is die stap heel moeilijk te aanvaarden. Zij zien de Koran als iets eeuwigs, als het woord van God dat als een mirakel is ingebroken in de wereld. Zo’n boek neem je niet met een korreltje zout.

Zemni: En toch is de werkelijkheid door de eeuwen heen altijd zo anders geweest.


@JefPoppelmonde

maandag 30 maart 2015

EXPO: (im)Possible Road werpt unieke blik op de toekomst


Elf dagen lang zoeken kunstencentra Vooruit en Campo in Gent naar antwoorden op vragen over de toekomst. Niet alleen met voorstellingen op een podium ver weg van het publiek, maar vooral door iedereen te laten meedenken over het (on)mogelijke. Zo tart (im)Possible Road de verbeelding van bezoekers op verschillende locaties in Gent.

In 2013 vierde kunstencentrum Vooruit in Gent zijn honderdste verjaardag met een zes maanden durend feest. Die viering werd toen afgesloten met de expo 'Possible Futures', waarbij de organisatie vooruitkeek en op zoek ging naar antwoorden op vragen over de toekomst. Tijdens de tweede editie van het festival werken kunstencentra Vooruit en Campo samen in een zoektocht naar de grenzen van die mogelijke toekomst. (im)Possible Futures speelt met talloze voorstellingen in op de verbeelding van bezoekers en nodigt ze uit op een parcours langs creatieve sites in de stad. Langs die (im)Possible Road stellen kunstenaars hun kijk op de maatschappij voor.

Klimop

Een van de sites op die reis naar de toekomst bevindt zich in een oud snoepwinkeltje naast kunstencentrum Vooruit. "Dit gebouw gaat binnenkort tegen de vlakte, maar ons project is verlengd en dus blijft het nog even staan", glundert kunstenares en herborist Nathalie Hunter (48). Aan de witgeverfde muren hangen plantjes en kruiden, op lage tafeltjes groeien verschillende grassoorten. Het ruikt er fris als tijdens een vroege natuurwandeling en op de achtergrond vertelt een jonge gids haar verhaal aan een dozijn Britse bezoekers. Ondertussen wandelt een koppel met versgeknipte klimop het kleine vertrek binnen.

‘Veel mensen weten niet
goed wat kanker inhoudt
op psychosociaal vlak’

"In de 'Urban Action Clinic' stelt Maria Lucia Cruz Correia de vervuiling in de stad aan de kaak", vertelt projectcoördinator Charlotte Dhont (25). "Hiervoor gaat ze heel specifiek te werken: ze onderzoekt de vervuiling aan de hand van klimopblaadjes uit de tuinen van Gentenaars. Twee doctoraatsstudenten van de Universiteit Antwerpen voeren onderzoek naar de metalen in de blaadjes en visualiseren de resultaten op een digitale kaart van Gent. Op die manier maakt Maria Lucia duidelijk hoe de vervuiling over de stad verspreid is." Eén van die studenten , Jolien Verhelst (24), is net bezig met de analyse van een nieuwe lading blaadjes. "We ontvingen al 150 stalen van Gentenaars", legt ze uit. "Op dit scherm zie je mooi welke delen van de stad het meest vervuild zijn." Ze wijst naar een stadskaart met talloze gekleurde bolletjes, van gezond groen tot vervuild rood.

Maar het project van Maria Lucia richt zich ook op de toekomst, letterlijk. Kunstenares en herborist Nathalie Hunter laat bezoekers kennis maken met een selectie kruiden en planten die zowel het lichaam als de aardbodem kunnen zuiveren. "De link tussen mens en natuur is voor een groot stuk verbroken, dat is een spijtige zaak", vertelt Nathalie. "Ik probeer mensen uit te leggen hoe ze hun lichaam kunnen zuiveren met tientallen plantjes en kruiden uit onze streek. Effectieve gewassen uit andere, verre gebieden komen niet eens aan bod. Daarnaast toon ik hoe je bijvoorbeeld met bepaalde soorten paddenstoelen de aardbodem kan zuiveren van vervuiling." Charlotte vult aan: "Zo toont het project hoe we stap voor stap zelf onze toekomst op een ecologische en duurzame manier kunnen verbeteren."

Kanker

Een eind verder ontdekken we het atelier van de Amerikaanse kunstenaar Brian Lobel. In de etalage hangt een prachtige trouwjurk (zie foto), eenzaam en lichtjes meebewegend op het tempo van een frequent opengaande toegangsdeur. Elke bezoeker krijgt van conservator Matthias Ysebaert (31) meteen een hartelijke begroeting. Hij legt uit: "Die trouwjurk is van een ontwerpster die een eigen modelabel en winkel in Gent had. Ze stond op het punt om de haute couture binnen te dringen, tot ze kanker kreeg en haar wereld instortte." Het verhaal is exemplarisch voor de rest van de tentoonstelling: kunst gemaakt door kankerpatiënten die een sterk verhaal te vertellen hebben.

"Brian Lobel was zelf ooit kankerpatiënt en vluchtte naar Londen omdat hij zijn behandeling in de Verenigde Staten niet kon betalen", gaat Matthias verder. "Hij ontdekte dat er in de kunstwereld maar weinig gedaan wordt rond kanker en besloot zich daarop toe te leggen." In het atelier hangen niet alleen kunstwerken van (ex-)kankerpatiënten, je leest er ook getuigenissen en verhalen. Coördinator Charlotte gaat verder: "Met 'Fun with Cancer Patients' wil Brian het taboe rond kanker doorprikken door op een expliciete maar speelse wijze bepaalde aspecten van de ziekte te tonen. De tentoonstelling reist de wereld rond en wordt in elke stad aangevuld door verschillende deelnemers."

Aan de tentoonstelling in Gent namen vijf kankerpatiënten deel: "In januari kwamen Brian en de patiënten een eerste keer samen. Daar spraken ze over hun ervaringen, verlangens, noden en pijnlijke confrontaties. Vervolgens koos Brian enkele verlangens uit die hij wilde realiseren en in februari kwamen de kunstwerken tot stand." Eén van de opvallendste werken is een pamflet waarin een kankerpatiënte haar buren oproept om normaal te reageren als ze haar zien. "Veel mensen weten niet goed wat kanker inhoudt op psychosociaal vlak: de effecten van een chemokuur op het werkleven, de gevolgen van kanker op het seksleven of verschuivingen binnen de vriendenkring. Brian wil deze thema’s bespreekbaar maken en op termijn de beeldvorming rond kankerpatiënten veranderen."

Taboes doorbreken

Uiteindelijk strijken we neer in kunstencentrum Campo Victoria, waar een op het eerste zicht huiveringwekkende tentoonstelling ons opwacht. Na de beklimming van een duizelingwekkende wenteltrap komen we in een kleine zaal die volhangt met vuurvaste pakken die allemaal het hoofd buigen. Een soort samenkomst van depressieve kledingstukken die ons meteen een beklemmend gevoel geeft. De grijze helmen zijn bekrast, de witte vingertoppen lijken zwartgeblakerd en op de achtergrond horen we vuur knetteren. Op het einde van de zaal zien we beelden van bewegende mannetjes in vuurpakken die grote constructies in brand steken.

Met 'Aanslagen zonder gevolgen' probeert kunstenaar Pieter Van den Bosch de negatieve beeldvorming rond vuur aan te kaarten. Het hoeft niet altijd onnodig spectaculair, onbereikbaar of angstwekkend te zijn: door bij elk werk zoveel mensen te betrekken en die acties vanuit verschillende perspectieven te filmen, krijgen bezoekers een veel toegankelijker beeld van vuur. De expo doet denken aan 'Fun with Cancer Patients': het stelt onze angsten en taboes in vraag en bedenkt zich over een betere toekomst. Het waren niet toevallig de creatieve getuigenissen in het atelier van Brian Lobel die langs het parcours van (im)Possible Road de grootste indruk maakten. "De opkomst over de hele Road zat alvast goed", weet Charlotte. Laten we hopen dat de voorstellingen ook echt een taboebrekend effect hadden.

Eerste geslaagde penistransplantatie geen revolutionaire gebeurtenis

Ethici en urologen hebben bedenkingen bij eerste ‘geslaagde’ penistransplantatie

“Geen baanbrekend werk”, zo denken Dirk Michielsen en Johan Braeckman, twee urologen verbonden aan het Universitair Ziekenhuis Brussel en de Vrije Universiteit Brussel, over de nieuwsflash die op 13 maart de wereld overrompelde. Ze vinden de eerste geslaagde penistransplantatie overroepen. Ook ethici gespecialiseerd in de morele kant van transplantaties en werkzaam bij vzw De Maakbare Mens denken er zo over.

Als gevolg van een mislukte besnijdenis verloor een achttienjarige Zuid-Afrikaan drie jaar geleden zijn penis. Nu kreeg hij op chirurgische wijze een nieuw exemplaar aangemeten. Uroloog Bo Coolsaet noemt het “een fantastische doorbraak”, maar daar denken collega’s Michielsen en Braeckman anders over. “Het is een overroepen nieuwsflash, much ado about nothing. We menen dat de gezondheidszorg wel andere prioriteiten heeft”, melden ze.

Valse penis

“Een ingreep zoals bij de Zuid-Afrikaan duurt tussen de acht en twaalf uur, omdat er heel veel microchirurgie aan te pas komt. Daarvoor worden meerdere teams ingezet. Alles samen kost dat een fortuin, terwijl er goedkopere en zelfs betere alternatieven zijn”, klinkt het.

Één van die alternatieven is een zogenaamde ‘falloplastie’, waarbij een vervangpenis wordt gecreëerd uit lichaamseigen weefsel. Een lap huid wordt weggenomen uit bijvoorbeeld het dijbeen en in de vorm van een penis gerold, die vervolgens als geslachtsdeel gemonteerd wordt. Deze methode wordt vaak toegepast bij vrouwen die zich tot man laten ombouwen. Erecties kunnen worden teweeggebracht met opblaasbare erectieprotheses, die wel pas een jaar later kunnen worden geplaatst. Deze operatietechniek zou ongeveer vijf uur duren en wordt door één uroloog en één assistent uitgevoerd.

Dat de persoon die zo’n falloplastie ondergaat een ‘valse’ penis ontvangt, is maar een klein probleem vergeleken met wat een echte penistransplantatie met zich kan meebrengen. Niet alleen kost het veel, ook de kans op fysieke zowel als psychologische afstoting is groot.

“Het visuele aspect en de kennis dat de penis ooit aan een ander lijf hing, lijkt me in dat opzicht heel belangrijk”, vertelt specialiste in ethische aspecten van transplantatiegeneeskunde en moraalfilosoof An Ravelingien (Universiteit Gent). “Een van de eerste ontvangers van een handtransplantatie voelde zich ongemakkelijk bij het idee dat het iemand anders’ hand was en ging bijgevolg slordig om met de immuunsuppressiva. Dat is medicatie die de werking van het afweersysteem afremt zodat er geen ontstekingen ontstaan. De nieuwe hand moest geamputeerd worden. Een vreemd uitwendig orgaan kan leiden tot psychologische afstoting en dat kan op zijn beurt leiden tot fysieke afstoting.”

Zo liep een zogenaamde ‘geslaagde’ penistransplantie in China in 2006 ook al verkeerd af. De penis werd opnieuw verwijderd, omdat de patiënt psychologische problemen ondervond.

Overschatte successen

Dat de transplantatie zomaar ‘succesvol’ en ‘geslaagd’ wordt genoemd, is niet onschuldig volgens Ravelingien. “Men krijgt vaak de boodschap dat je lichaam bestaat uit vervangbare componenten en dat je ‘terug als nieuw’ bent als je het juiste vervangstuk hebt gekregen. Helaas volgen na een transplantatie nog jaren van immuunsuppressie. Daar zijn vaak neveneffecten aan verbonden die ook andere organen kunnen aantasten. In veel gevallen wordt het orgaan na verloop van tijd toch afgestoten en moet het proces opnieuw beginnen.”

De veelbesproken operatie werd uitgevoerd door artsen van de Zuid-Afrikaanse Universiteit van Stellenbosch. Het hoofd van de chirurgische afdeling daar, professor Frank Graewe, deelde mee dat de patiënt alles kan doen met zijn nieuwe penis wat ervan verwacht wordt. “Misleidend”, zeggen Braeckman en Michielsen, want Graewe geeft de indruk dat de patiënt nog een natuurlijke erectie kan krijgen. De Brusselse urologen zagen nochtans in het filmpje dat het nieuwsbericht begeleidde dat er een erectieprothese aan te pas kwam. “Mochten er nog natuurlijke erecties volgen, dan zou de ingreep wel enig nut hebben. Maar dat is zeer waarschijnlijk niet het geval bij deze penistransplantatie.”

Bovendien is voorzichtigheid geboden met positieve bewoordingen, omdat de toekomst helemaal niet zo rooskleurig is als wordt voorgesteld. Een transplantatie is immers afhankelijk van de bereidheid tot donatie van iemand anders en diens familie. “Hoe irrationeel ook, zelfs mensen die volledig overtuigd zijn van het belang van orgaandonatie hechten soms meer aan het ene orgaan dan aan het andere”, legt moraalfilosoof Liesbet Lauwereys van vzw De Maakbare Mens uit. Ravelingien bevestigt dat mensen het moeilijk hebben om organen te doneren die ze nauw betrekken op het zelfbeeld. De penis is daar een van. Zo was ook in het geval van de Zuid-Afrikaan de zoektocht naar een donor een lange weg.

Educatie in plaats van transplantatie

Michielsen en Braeckman vinden dat we penistransplantaties en al de problemen en vragen errond het best uit de weg gaan door een juiste vorming van amateurchirurgen die religieus geïnspireerde besnijdenissen uitvoeren. Hen moet aangeleerd worden hoe ze een besnijdenis precies moeten uitvoeren. Uiteindelijk moeten ze ook leren dat de ingreep veelal zinloos is. Vorig jaar zijn 250 mannen in Zuid-Afrika verminkt door mislukte besnijdenissen. Sommigen overleven de besnijdenis zelfs niet, zo was er in 2010 een piek van 33 doden in twee maanden tijd.

“Besnijdenissen zouden altijd door een erkend chirurg of uroloog moeten uitgevoerd worden. Amateurs gaan vaak onhygiënisch en onnauwkeurig te werk. Dat geeft aanleiding tot afsterven van een deel van de penis, fataal bloedverlies of HIV-infecties.”

Liefst van al zouden ze de rituele besnijdenissen een halt toeroepen. “We mogen niet vergeten dat de voorhuid een erogeen orgaan is en dat een gezonde voorhuid verwijderen eigenlijk een zinloze actie is. We begrijpen niet hoe dit allemaal kan gebeuren. Het is verwerpelijk, want de slachtoffers zijn meestal kinderen die zelf geen inspraak hebben in deze verminking.”


Kringloop weer hip

Nu bontjassen, corduroy broeken, herenhoeden en lange rokken weer in zijn, is het geen complete verrassing dat de tweedehandsstiel opbloeit. Het zou zelfs zonde zijn moest dit niet gebeuren. De crisis sleept aan en we zijn niet (meer) vies van vintage. Maandag pakten de media uit met cijfers: meer dan een op vier Vlamingen koopt tweedehands. Ik schrok nogal toen ik dit las. Niet omdat 43% van de Vlamingen al gebruikte spullen kocht, maar omdat dat nog steeds nieuws blijkt te zijn.

Maar misschien is mijn beeld hierover vertekend, want ik ga vaker naar de Kringwinkel dan naar de bakker. In de stad waar ik woon staat er dan ook een kathedraal van een Kringwinkel. Geen klein-maar-hoog gebouw waarin je vier trappen moet beklimmen om alle vrouwenkledij gezien te hebben. Nee, één grote ruimte die bomvol staat met spullen. Zo vol, dat wanneer je binnenkomt, je begrijpt hoe Harry Potter zich voelde toen hij voor de eerste keer de Grote Zaal binnenstapte.

Tweedehands is in de mode

Het is dus geen nieuw fenomeen dat tweedehands hip is. Maar pakweg tien jaar geleden was het toch niet zo alomtegenwoordig. Ik heb me al vaak afgevraagd waarom dat zo is. Uit het onderzoek van iVox, een onderzoeksbureau uit Leuven, bleek dat bijna vier van de vijf respondenten de lage prijzen noemden als hoofdreden voor het kopen van tweedehandsspullen. Maar dit verklaart niet waarom tweedehandsaankopen vroeger minder gebeurden, want toen waren die prijzen ook al laag. Ik kan niets anders concluderen dan dat het een trend is. En de mens blijkt hier weleens gevoelig voor te zijn. Ik blijf me dan afvragen: is het concept hip of zijn de spullen hip? Uren heb ik gediscussieerd met mezelf. Ik vroeg me af wat mij naar tweedehandswinkels drijft. Uiteindelijk ben ik tot het besluit gekomen dat het een beetje van beiden zou moeten zijn. Want zowel de spullen als het principe van hergebruik charmeren mij.

De boeken hebben de geur van verstand, alsof ze me op de schoot willen nemen om me een wijselijk verhaal te vertellen van toen ze nog jong en onbezonnen waren. Boeken kunnen best wel betweters zijn. Het servies is er zo extravagant dat je alleen maar kan stilstaan en fantaseren over wat zij allemaal meegemaakt zouden hebben in de kastelen waar ze vandaan lijken te komen. De  bijzettafels fluisteren in mijn oor dat ze niet van IKEA komen en tonen me trots hun met precisie afgewerkte en unieke poten. De kinderfilms zijn die waar ik als kind naar keek, toen Maya nog niet zo blonk en Musti minder rond was. De zetels tonen me waar hun vorige eigenaar het liefst zat op een zondagavond voor de televisie.

Maar daarnaast is het ook zo charmant om al die spullen te zien waarvan mensen dachten dat ze er een ander misschien mee konden helpen. Of hoe op al die spullen een prijsje geplakt wordt dat niet zoveel te maken heeft met de waarde van het ding. En vooral, hoe mensen verbaasd kijken als ze de spullen vinden die ze nodig hadden.

Modebewuster of prijsbewuster?

Ik hou van tweedehands, dat is nu wel duidelijk. Maar ik ben ver niet de enige. Facebook staat vol met tweedehandsgroepen. Elke regio en universiteit of hogeschool heeft zijn eigen groep, van ‘Second Hand VUB’ tot ‘Tweedehands regio Limburg’. Een andere reden dan de lage prijzen wordt nergens in het onderzoek vermeld. Over de huidige modetrends wordt met geen woord gerept. Maar ik bleef toch zitten met mijn vraag: worden we modebewuster of gewoon prijsbewuster?

zondag 29 maart 2015

Schauvliege snoeit in natuurgebieden

‘Onaanvaardbaar’ noemen natuurverenigingen natuurpunt, vzw Durme en Limburgs Landschap de voorstellen van Vlaams minister Joke Schauvliege om het beheer van natuurgebieden te hervormen. ‘De plannen die nu voorliggen, betekenen de doodsteek voor de huidige aanpak van erkende natuurgebieden’, staat te lezen op de website van natuurpunt.

Vorig jaar keurde de Vlaamse regering een nieuw natuurdecreet goed. Momenteel worden concrete plannen gemaakt om het decreet uit te voeren. Die plannen zouden ernstig snijden in de financiering van natuurgebieden. Een derde van de 400 Vlaamse natuurgebieden zou getroffen worden.

De plannen hebben vooral betrekking op kleinere natuurgebieden. Zo zouden natuurverenigingen geen steun meer krijgen voor de aankoop en het beheer van natuurreservaten kleiner dan tien hectare. ‘Die kleinere gebieden zijn dikwijls dichtbij woonkernen gelegen’, vertelt Heleentje De Brauwer van Limburgs Landschap. ‘Zij zijn niet alleen belangrijk voor mensen om even in de natuur te kunnen ontspannen, ze zijn ook nodig voor het in stand houden van bedreigde diersoorten.’

In de nieuwe plannen komt ook de openstelling van de natuurgebieden in gevaar. Dat zou gevolgen hebben voor speelbossen en paden voor wandelaars, ruiters en fietsers. Ook bezoekerscentra worden met sluiting bedreigd. Verder zou de financiële steun geschrapt worden voor natuurreservaten die natuurverenigingen samen met gemeenten beheren. ‘In de praktijk zal dat vaak het einde betekenen van lokale natuurgebieden’, schrijft Natuurpunt op haar website.

De drie natuurverenigingen zijn samen een petitie gestart om de plannen van Schauvliege tegen te houden. Minister Schauvliege was niet bereikbaar voor commentaar.

Column: Auto met een strikje rond



‘Gestolen voertuig?’ Deze twee woorden waren genoeg. Ze deden de grond wegzakken onder mijn voeten. Voelden als een klap in mijn gezicht en een stomp in mijn maag, en dat allemaal tegelijk. De man aan het loket van het DIV-kantoor in Brussel, waar we mijn ‘nieuwe’ tweedehands auto wilden laten inschrijven, staarde ons met uitpuilende priemoogjes aan.  Zijn brilletje gleed steeds verder naar voren op zijn neus. In zijn linkeroor bengelde een gouden ring heen en weer en ik voelde me misselijk worden. ‘Wacht even’, zei hij, en zonder verdere uitleg was hij verdwenen. 

Een eigen auto is iets waar ik al van droom sinds de immer norse medewerker op het gemeentehuis me dat roze papiertje  - beter bekend als het rijbewijs - in de handen duwde, ondertussen al bijna vier jaar geleden. Met de stage in het vooruitzicht diende het perfecte excuus zich aan om eindelijk die auto te mogen kopen. Argumenten als ‘Mijn broer heeft er ook al een, en hij is drie jaar jonger dan ik!’, ‘Ik wil jou niet acht weken zonder auto naar je werk laten ploeteren’ en ‘Ik heb er toch ooit een nodig’ trokken de mama langzaam maar zeker over de streep.

Toen ik zo’n twee weken geleden de sleutel in handen kreeg voelde ik me net als Charlie, dat kleine verzinsel dat ontstaan is uit de fantasierijke hersenkronkels van Roald Dahl. Ik had dat laatste, felbegeerde gouden ticket in handen dat toegang schenkt tot Willy Wonka’s legendarische chocoladefabriek, waardoor mijn grootste droom eindelijk uitkwam.

Jammer genoeg heeft dat gevoel niet lang geduurd. Welgeteld twee dagen was ik trotse eigenaar van een eerste vierwieler, gekocht van het geld waarvoor ik vier jaar lang gezwoegd heb in het plaatselijke grootwarenhuis. Maar de auto die ik gekocht had ,  stond geseind bij de politie in Ieper. Charlies gouden ticket werd in beslag genomen door de politie, en staat nu verzegeld in de tuin. Een auto met een strikje rond – een strik van blauw politielint. 

In mijn zoektocht naar een auto werd ik bijgestaan door de papa, een man die meer van auto’s kent dan ik en die ik volledig vertrouw. Hij schuimde enthousiast en onverstoord alle online zoekertjessites af op zoek naar de perfecte deal. Na een tijdje rondsurfen op Kapaza viel zijn oog op iets wat je een ‘zeer interessant zoekertje’ zou kunnen noemen. ‘Hanne, kom eens  kijken! Ik ga meteen bellen voor een afspraak.’ En zo geschiedde.

Een auto met
een strikje rond
– een strik van
blauw politielint.
Twee dagen later al stonden we in Deurne de hand te schudden van een op het eerste zicht vriendelijke, goedlachse man, die ons met een onmiskenbaar Antwerps accent begroette. Hij zag er betrouwbaar uit, en haalde meteen alle papieren boven.  Car-Pass, bewijs van keuring voor verkoop en het aanvraagformulier voor de inschrijving. De gebruiksaanwijzing van de auto en het onderhoudsboekje zaten netjes in een map, en de reservesleutel zat zelfs nog in het doosje. Toen ik het portier opende en binnenin een kijkje nam was het eerste wat opviel de geur: de wagen rook nog naar nieuw. Omdat we meteen alle papieren te zien kregen, leek niets erop te wijzen dat we te maken hadden met een oplichter. Misschien wist de man zelf van niets, misschien zijn we te goedgelovig, wie zal het zeggen? 

De handelaar vergezelde ons op een proefrit in het drukke avondverkeer rond Antwerpen en merkte meteen dat ik wat onwennig was. ‘Hoe lang hebt u uw rijbewijs al?’ vroeg hij. Hij keek ietwat verbaasd op toen ik zei dat ik – lessen inbegrepen - al zo’n vijf jaar een gevaar op de baan ben. ‘Ik dacht al, als je dan meteen voor zo’n auto gaat’, lachte hij.

‘Wat voor auto?’ hoor ik je nu denken. Het is geen splinternieuwe BMW of Mercedes, maar een Opel Corsa van 2013. Dat is misschien niet meteen wat je verwacht van een droomauto, maar voor mij was hij perfect. Ik zou het zelfs bijna liefde op het eerste gezicht durven noemen, ware het niet dat ik eerder twijfelachtig sta tegenover zulke bevliegingen. Ik ben namelijk een eeuwige twijfelaar, waarmee ik de mensen in mijn buurt soms tot frustratie toe durf lastigvallen.

Na een korte onderhandeling vroegen we of we nog even bedenktijd kregen. ‘Ja, maar ik heb ondertussen ook al een hoger bod gekregen van een Nederlander’, zei de man, steeds benadrukkend dat hij ons niet onder druk wilde zetten. Achteraf gezien had er hier misschien een alarmbelletje moeten klinken. Een verkoopspraatje om snel van de wagen af te geraken? Ik weet het niet, ik was me van geen kwaad bewust. ‘Hanne, als ik jou was…’ hoorde ik mijn papa zeggen. En na een tijdje besloten we om de auto toch te kopen. De eeuwige twijfelaar die een impulsaankoop doet, waar gaan we dat schrijven. 

Een dag later was alles geregeld en reed ik trots met mijn auto naar huis. Daar stond hij twee dagen lang in het midden van de tuin, omdat ik maar niet kon geloven dat ik echt een eigen auto had. Zo kon ik af en toe toch eens controleren of hij er nog stond. 

De klap was dus groot, toen de politie twee dagen later aanbelde om een verklaring af te nemen. Ik stond te trillen op mijn benen. Ik werd verhoord als slachtoffer. Langzaam maar zeker drong door dat ik de auto waar ik zo trots op was, misschien wel kwijt zou geraken, en daarbovenop ook nog mijn zuurverdiende centen. Ondertussen zijn we twee weken later en we weten helemaal niets. Erg makkelijk is het ook niet om informatie te krijgen over de zaak, ondanks het slachtofferonthaal waartoe we ons konden wenden. We worden van het kastje naar de muur gestuurd, als een pingpongballetje heen en weer gespeeld. Heel vermoeiend is dat. Frustrerend ook, dat we niets anders kunnen doen dan afwachten. Ik ben een wrak. 

En ondanks alles hoop ik nog altijd dat ik de auto uiteindelijk zal mogen houden. Liefde op het eerste gezicht, weet je wel. Misschien bestaat het toch.

zaterdag 28 maart 2015

Zelfzekere Rode Duivels vernederen Cyprus

Voor een uitverkocht Koning Boudewijnstadion deden de Rode Duivels wat ze moesten doen. Tegen een zwak Cyprus won de nationale ploeg met overtuigende 5-0 cijfers. Met goals van Fellaini en Benteke leek de wedstrijd al na één helft gespeeld, maar weer Fellaini, Hazard en Batshuayi dikten de score na de rust nog aan tot forfaitcijfers. Het team van Marc Wilmots kan zo met vertrouwen uitkijken naar de belangrijke wedstrijd in Israël van aankomende dinsdag. 

Hazard in vorm
Nog voor de aftrap van België-Cyprus had grote concurrent Wales een goede zaak gedaan door met 0-3 te gaan winnen in Israël en zich zo van de leiding in groep B verzekerd. De Rode Duivels moesten zo nog meer voor de drie punten gaan, wilden ze de koploper niet uit het oog verliezen. Winnen was hoe dan ook een absolute must; de Cyprioten staan meer dan tachtig plaatsen lager op de FIFA-ranking, en door een groot aantal blessures kon coach Charalampos Christodoukou niet zijn sterkste team de grasmat op sturen.

De Belgische bondscoach Marc Wilmots liet niet in zijn kaarten kijken en maakte zijn opstelling pas kort voor de wedstrijd bekend. Toch waren er geen verrassingen in de basiself: Lombaerts startte naast Kompany centraal in de verdediging, Nainggolan vatte met Fellaini en Witsel post in de driehoek op het middenveld. Vooraan liep zoals te verwachten Aston Villa-spits Christian Benteke. De grootste vraag was echter hoe het samenspel tussen Kevin De Bruyne en Eden Hazard zou uitpakken. Beide spelers namen elk een flank voor hun rekening, opdat ze elkaar niet in het centrum voor de voeten zouden lopen.

De twee goudhaantjes van de nationale ploeg waren vastbesloten om te tonen dat ze elkaar in hun spel konden vinden, of ze nu op hun flank bleven of occasioneel naar binnen kropen. In de twaalfde minuut bracht Hazard De Bruyne alleen voor doelman Kissas, die het schot met een beenveeg keerde.

De stugge Cypriotische verdediging had het moeilijk met de beweeglijkheid van de Belgische aanval. Halverwege de eerste helft wisselden Hazard en De Bruyne feilloos van flank. De meeste dreiging ontstond echter na snelle acties door het centrum. Na twintig minuten profiteerde Fellaini zo van geharrewar binnen de Cypriotische backlijn en schoof hij de 1-0 binnen.

Het doelpunt kwam niet uit de lucht gevallen. De Rode Duivels hadden een zwak Cyprus vanaf minuut één op de eigen helft teruggedrukt. Kopbalkansen voor Witsel en Fellaini misten echte dreiging, maar toonden wel de aanvalslust van de Belgen. Ook Hazard stak de neus aan het venster na een typische actie op links. Een tweede doelpunt kon niet uitblijven, en het was weeral de Chelsea-vedette die voor gevaar zorgde. Na een één-twee met Fellaini besloot de kleine dribbelaar nog op de Cyprotische doelman, maar vijf minuten later schilderde hij vanop rechts de bal op het hoofd van Benteke, die onhoudbaar binnenkopte.

Batshuayi scoort bij debuut
Pas in de meer gezapige tweede helft kon Cyprus daar iets tegenover zetten, maar de kopbal van centrumspits Soridou zeilde naast het doel van een werkloze Courtois. Het was veelzeggend voor het verdere verloop van de wedstrijd: de Rode Duivels lieten de bal aan hun tegenstrevers, die er te weinig mee konden aanvangen om echt gevaar te creëren. Het waren integendeel de Rode Duivels die voor het meeste spektakel zorgden. Het was opnieuw Fellaini die met een knap doelpunt de netten deed trillen. Hij zag zijn afstandsschot in de linkerbovenhoek verdwijnen.

Nauwelijks een minuut later werd het Belgische overwicht pijnlijk duidelijk, toen Eden Hazard – weer hij – op zijn dooie gemakje de Cyprusverdiging uitkapte en via de paal afwerkte. Een mooie beloning voor zijn erg sterke prestatie. Het applaus bij zijn vervanging door Dries Mertens was dan ook oorverdovend. Ook Fellaini kreeg een applausvervanging: zijn wissel betekende meteen ook dat debutant Yannick Ferreira-Carrasco zijn eerste speelminuten in een Rode Duivels-shirt kreeg. Met Michi Batshuayi kwam niet veel later nog een tweede debutant op het veld. De spits bedankte voor de kans door de score met een lage schuiver nog tot 5-0 aan te dikken.

Met vertrouwen naar Israël
De Rode Duivels deden zo wat van hen verwacht werd. Het blijft natuurlijk de vraag of het plannetje van Wilmots ook werkt tegen een sterkere tegenstander. De opstelling met zowel Hazard als De Bruyne op de flank, klopte alleszins als een bus, en het team speelde met vertrouwen. Nu moet de ploeg de lijn van deze knappe prestatie doortrekken in Israël.

vrijdag 27 maart 2015

Regenbogen domineren de voetbalvelden

Regenboogveteractie probeert homoseksualiteit en homofobie bespreekbaar te maken



Het voorbije weekend trok ik naar Kv Brucom Sp, een Leeuwe voetbalclub net buiten Brussel. Brucom is een van de 30 clubs die de strijd aangaat tegen homofobie. ‘Studies hebben uitgewezen dat er in het voetbal nog steeds een taboe heerst over homoseksualiteit.’ Maar is het wel belangrijk dat de allerjongsten dit taboe al proberen te doorbreken?

Voor één keer heeft de groengele vlag naast het voetbalveldje plaats gemaakt voor de regenboogkleuren. De ouders die fier staan te pronken achter de regenboogvlag moedigen hun kinderen in vol ornaat aan. Het aanmoedigend geschreeuw schiet de hoogte in wanneer het kleinste jongetje op het veld scoort. De regenboogveters blinken even hard als de lichtblauwe oogjes van het voetballertje. Zijn hand gaat de hoogte in en rond zijn pols hangt een zelfgemaakt regenboogbandje. De pot goud of de eenhoorn heb ik niet gevonden vandaag, maar toch geraak ik dolblij van alle positiviteit op en naast het voetbalveldje.

Voetbal 1 – Homofobie 0

De stickers die zowat overal in de kantine prijken maken meteen duidelijk waar het om gaat: football 1 – homophobia 0. In de maand maart gaan 30 voetbalclubs, met de steun van Football+ Foundation, de strijd aan tegen homofobie. Zowel de oudste als de jongste voetballers spelen daarom met regenboogveters. Homoseksualiteit in het voetbal blijft een taboe. ‘We gebruiken die regenboogveters om het debat rond homoseksualiteit en homofobie te openen. We brengen eigenlijk op die manier het onderwerp naar de kleedkamer’, zo vertelt An De Kock, projectmedewerkster holebi-actieplan bij Football+Foundation.

Een voetbalwedstrijd duurt in vele gevallen vaak maar 90 minuten, maar om te winnen van homofobie heb je wellicht meer tijd nodig. ‘Sensibiliseren en bespreekbaar maken zijn de eerste stappen die we zetten.’ Een geslaagde eerste stap, want door de aanwezigheid van al die regenbogen komen de kinderen spontaan met vragen. Toch blijf ik tijdens het bezoek aan de voetbalclub met een prangende vraag zitten: is het wel nodig om die jonge kinderen al te confronteren met homoseksualiteit en homofobie? ‘Ik denk eigenlijk van wel. We weten ook wel dat je kindjes niet zoveel kunt vertellen over homoseksualiteit en homofobie. Het is wel belangrijk dat ze van jongs af aan weten dat het normaal is dat mensen homoseksueel kunnen zijn. Er zijn ook meer en meer kindjes met twee mama’s of twee papa’s. Ook voor hen is het belangrijk dat ze beseffen dat dat compleet normaal is.’

Ook de ouders reageren positief. Vele ouders zien dit dan ook als het ideale moment om met hun zoon of dochter over homoseksualiteit te praten. ‘Kinderen begrijpen meer dan we denken. Vanaf zes jaar kan je met de kinderen over bepaalde taboes beginnen praten. Deze regenboogveteractie is dan ook een geweldig initiatief en schenkt ons het ideale moment om homoseksualiteit en homofobie uit te leggen’, aldus een enthousiaste ouder.

Breed diversiteitsverhaal

Clubs en kinderen mogen foto’s en tekeningen opsturen naar het Twitteracount van Football+Foundation. De voorbije weken kon je online dus tal van leuke ploegfoto’s bekijken of leuke tekeningen bewonderen van kinderen. Het valt op dat clubs en kinderen zich niet enkel focussen op homoseksualiteit. Ook racisme en respect komen vaak aan bod. ‘De clubs trekken het vaak ook breder. Het gaat ook over huidskleur, religie en afkomst. Het wordt hierdoor eigenlijk een zeer breed verhaal over diversiteit in het algemeen’, aldus An De Kock.

Er worden ook workshops gegeven waar trainers en bestuursleden leren omgaan met homoseksualiteit en homofobie. Zo een workshop is erg interactief. Trainers worden met bepaalde cases geconfronteerd om te zien hoe ze op bepaalde vragen zouden antwoorden. of hoe ze met bepaalde opmerkingen zouden omgaan. ‘De workshops gaan ook over respect in het algemeen, maar homoseksualiteit wordt als invalshoek gebruikt om het over diversiteit te hebben. Ik leg uit wat homoseksualiteit en homofobie is, en ik geef wat cijfers mee (specifiek voor het voetbal). Ik geef ook wat tips mee voor een holebivriendelijk beleid.’

"De strijd is nog niet gestreden"

Moderne feministen brengen vrouwenrechten opnieuw onder de aandacht

Actrice Emma Watson: zo ziet een feministe eruit.

Celebrities als Lena Dunham, Emma Watson en Beyoncé Knowles spreken zich dagelijks uit voor gelijke rechten tussen man en vrouw. Op sociale media hebben it-girls uit het digitale tijdperk een grote invloed op de perceptie van het vrouwelijke geslacht. Maar er rijzen ook vragen. Is het feminisme terug van nooit helemaal weggeweest, of is het niet meer dan een oppervlakkige trend?

“Echte vrouwen zijn wijven, topwijven. Echte vrouwen hebben er schoon genoeg van.” Zo beëindigde Anke Wauters, een 25-jarige studente journalistiek uit Gent, op 26 februari op haar blog de post die “Dik. Lelijk. Wijf.” heette. Haar pleidooi voor meer zelfvertrouwen bij vrouwen met een maatje meer ging de weken daarna viraal: eerst werd het overgenomen door de website van Weekend Knack – waar het op het moment van schrijven meer dan 8000 keer werd gedeeld – en vervolgens haalde het artikel ook de weekendeditie van De Morgen.

‘Er bestaat niet zoiets
als 'slechte feministen'

In sommige media werd Wauters meteen tot de Vlaamse Lena Dunham gedoopt. Te uwer info: Lena Dunham is de bedenkster, regisseuse en hoofdrolspeelster van de Amerikaanse hitserie Girls, maar ze is ook veel meer dan dat. Haar atypische figuur en haar neiging om grenzen op te zoeken en taboes te doorbreken hebben haar verheven tot een rolmodel voor tienermeisjes, maar Dunham werd bijgevolg ook het onderwerp van uitgebreide artikels in Time en The Guardian. Ze is de voortrekster van een nieuw feminisme: een feminisme dat verspreid wordt via sociale media en niet langer gaat over stemrecht of genderquota, maar over seksualiteit en persoonlijkheid.

Rijke, blanke vrouwen

Het doet meteen vragen én kritiek rijzen. De Haïtiaans-Amerikaanse schrijfster Roxane Gay merkte onlangs fijntjes op dat de personages uit Girls rijke, blanke vrouwen uit New York zijn – niet meteen figuren die zich zorgen moeten maken over hun loonbriefje of hun gebrek aan kansen, zou je denken. Is feminisme een modetrend geworden, een nieuwe rubriek in bladen voor onzekere vrouwen?

“Zeker niet”, zegt Anke Wauters wanneer ik haar ontmoet bij een kop koffie in het Gentse Sint-Pietersstation. “Dat mijn artikel verscheen in de beauty-rubriek van het lifestyle-magazine van Knack, stoort mij absoluut niet. Het gaat ook over uiterlijk en over schoonheidsidealen. Veel beautymagazines zouden beter die serieux terug vinden.”

‘Het is niet omdat je
rijk en blank bent,
dat je niets te zeggen
hebt’

Een dag later treedt Jozefien Daelemans haar bij aan de telefoon. Nadat ze zich tien jaar geërgerd had aan de oppervlakkigheid van de meeste vrouwenbladen, startte ze in maart 2014 zelf het online vrouwenblad Charlie. “Het is gewoon beknellend om dagelijks met onmogelijke schoonheidsidealen geconfronteerd te worden,” vindt Daelemans. “En als je ziet hoeveel eetstoornissen er nog zijn… Die problematiek kan je niet onder tafel vegen.”

Dat succesvolle, blanke vrouwen als Dunham of actrice Emma Watson die problematiek bij een groot publiek brengen, hoeft geen probleem te zijn. “Het is een beetje ‘damned if you do, damned if you don’t’”, legt Daelemans uit. “Als ze zich er niet over zouden uitspreken, zouden ze óók kritiek krijgen. Maar die mensen hebben een heel groot bereik, en dat gebruiken ze voor de goede zaak. Het is niet omdat je rijk en blank bent, dat je niets te zeggen hebt. Emma Watson zou evengoed haar mond kunnen houden en een muurbloempje kunnen blijven. Maar nu brengt ze belangrijke thema’s bij een hele hoop jonge meisjes.”

Eline Van Hooydonck, een jongedame van 23 jaar die zich op haar Twitteraccount net als Wauters onomwonden “feministe” noemt, vecht met evenveel vuur voor dat soort thema’s: “Feminisme draait niet om één idee. Je hoeft het niet met alles eens te zijn, en je kan er je eigen ideeën op nahouden. Zolang je gendergelijkheid maar hoog in het vaandel draagt. Er bestaat niet zoiets als ‘slechte feministen’.”

Sociale media

Dat Wauters’ artikel verscheen op haar blog en dat je Charlie enkel online kan lezen, is geen toeval. Een extreme uitzondering als de radicale vrouwenbeweging Femen daargelaten, wordt de strijd over vrouwenrechten en gendergelijkheid niet langer met protestmarsen op straat, maar wel online en op de sociale media gevoerd. “Op een online medium kan je de mensen laten meepraten en kan je van onderuit een beweging creëren”, motiveert Daelemans haar keuze voor een online platform. “Mensen die iets onder de aandacht willen brengen, laten dat weten op een blog, op Facebook, of op Twitter.
Zo zetten ze iets in gang.”

De jonge feministen sluiten zich daar bij aan. “Ik denk dat Twitter een hele grote rol heeft gespeeld in de nieuwe opmars van het feminisme”, bedenkt Van Hooydonck zich. Het risico van vluchtigheid en oppervlakkigheid – hoe genuanceerd kan je zijn in 140 tekens? – moet je er dan maar bijnemen. “99 procent van onze tweets gaan misschien verloren, maar als je met die ene andere procent iemand kan overtuigen om op een link te klikken en die persoon aan het denken kan zetten, is het dat wel waard”, klinkt het bij Wauters.

Iedereen feminist?

Maar is het nog wel nodig om mensen te overtuigen? Is niet iedereen feminist tegenwoordig? Haast niemand beweert nog dat de plaats van de vrouw achter het aanrecht is. Zoals Yves Desmet, opiniërend hoofdredacteur van De Morgen, op Vrouwendag opmerkte in zijn column: “Tot voor heel kort had deze krant de traditie om ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag een duo vrouwelijke hoofdredacteurs een dag lang de krant te laten leiden. Dat hoeft gelukkig niet meer, gewoon omdat de krant vandaag iedere dag door twee vrouwelijke hoofdredacteurs geleid wordt.” (De Morgen, 07-03-2015).

‘Oogcontact op overvolle tram
Zijn hand glijdt ostentatief van 
boven naar beneden naar boven 
naar beneden over de stang’
In dezelfde editie van De Morgen liet mediawatcher Marc Didden zich echter laatdunkend uit over “Juffrouwen Truttenbol die zich erover beklaagden dat ze wel eens nagefloten worden door bronstige bouwvakkers die ook nog iets als "Ciao bella!" roepen. Hoe erg is dat, zeg?”

Een week later riep de blogster Yasmine Schillebeeckx vrouwen op om dergelijke ervaringen op Twitter te delen, vergezeld van de hashtag #wijoverdrijvenniet. Er kwamen veelzeggende tweets als “Aanschuiven op een overvolle Werchterweide: een man die in de andere richting aanschuift knijpt volhandig in mijn borsten ” (@yayzine) of “Oogcontact op overvolle tram. Zijn hand glijdt ostentatief van boven naar beneden naar boven naar beneden over de stang ” (@FakePlasticRuby). “De strijd is nog niet helemaal gestreden”, meent Wauters. “Ook anno 2015 is feminisme nog nodig. Dat besef komt er nu eindelijk.”

@Ewoud51

Binnenkort kan winkelen zonder portefeuille

Na Colruyt springen nu ook andere supermarktketens op de nieuwe betaalhype


Spoedig hebben klanten van Colruyt geen contant geld of bankkaart meer nodig om hun favoriete aankopen te doen in de supermarkt. Begin deze maand introduceerde de Colruyt-groep namelijk een systeem waardoor klanten kunnen betalen met behulp van een smartphone. Tegen eind mei zou de digitale betaaltechniek beschikbaar zijn in alle winkels binnen de Colruyt-groep.

Begin september werd het project al voorgesteld, maar het betalingssysteem treedt pas eind mei in werking. Dan zullen klanten die hun inkopen doen bij één van de winkels binnen de Colruyt-groep, aan de kassa kunnen betalen met hun smartphone of tablet. Momenteel zit het project in een testfase bij een aantal winkels van Dreamland, Dreambaby en Colruyt die zich bevinden in de provincie Antwerpen. Ook op de Colruyt-website kan de consument al digitaal betalen.

‘Wij zijn ervan overtuigd dat er binnenkort een heel aantal banken en bedrijven gaan meedoen. Als we bij Colruyt willen blijven innoveren, is het belangrijk dat we het voortouw nemen in deze evolutie', klinkt het bij Geert Derom, persverantwoordelijke voor Colruyt. ‘Deze vorm van betalen is de toekomst. Meer en meer mensen gebruiken hun smartphone om allerlei zaken te regelen. Uit verschillende testen die we bij de Colruyt-groep hebben laten uitvoeren, blijkt dat zowel klanten als personeelsleden er heel positief op reageren. De eerste resultaten wijzen dan ook op een succes.’

‘Je hoeft eigenlijk je portefeuille
niet meer te nemen als je winkelt’

Derom is erg optimistisch over het project. 'Het is een snelle en eenvoudige manier van afrekenen’, zegt hij. 'Je hoeft eigenlijk je portefeuille niet meer mee te nemen als je winkelt. De feedback dat we de afgelopen maanden kregen, is zeer positief. We hebben er eigenlijk alle vertrouwen in dat we de juiste weg zijn ingeslagen.’

Betalen met de smartphone

Om te betalen met een smartphone moet de klant de app SEQR downloaden via de Apple Store of de Windows Phone Store. Via deze app stelt de consument zijn of haar rekeningnummer in. Aan de kassa wordt de code gescand en de pincode ingegeven zonder het gebruik van een kaartlezer. Daarna wordt het te betalen bedrag van hun bankrekening gehaald. De klant krijgt via zijn app een overzicht van alle betalingen die hij met de smartphone verricht heeft.

Colruyt ging voor het systeem in zee met de Zweedse firma Seamless. Het bedrijf stelt zijn betaaltechnologie beschikbaar in dertig landen en is daarmee de grootste speler binnen de huidige evolutie van digitaal betalen. Onder meer de fastfoodketen Mc Donald’s of het landbouwbedrijf Aveve maken in België al gebruik van de Zweedse technologie.

‘Seamless garandeert
lage transactiekosten,
zodat de prijzen 
gelijk blijven.’

Volgens Marcel Roelants, country manager bij Seamless, biedt SEQR alleen maar voordelen voor de klant. ‘De klant kan nu overal betalen zonder dat er nog een betaalkaart nodig is. Ons doel is dat consumenten binnenkort alleen hun smartphone moeten meenemen als ze hun inkopen doen.'

Veel waarnemers, zoals de economische nieuwswebsite Bloomberg, stellen zich nochtans vragen omtrent de veiligheid van zo’n betalingsapp. Roelants echter lacht deze aantijgingen weg. ‘De klant moet nog steeds gebruik maken van een persoonlijke pincode. Het principe is dus eigenlijk hetzelfde als met een bankkaart betalen, alleen veel eenvoudiger.’

Ook Geert Derom van Colruyt benadrukt hoe veilig het SEQR-systeem wel is. ‘Als we een nieuw systeem invoeren, en zeker voor betalingen, dan willen we er absoluut zeker van zijn dat alles in orde is. Een uitgebreide testronde werd eerst doorlopen, alvorens met de uitrol van start te gaan.’ Ook riskeert de klant geen extra kosten volgens Roelants: ‘Seamless garandeert lage transactiekosten, zodat de prijzen gelijk blijven.’

Doorbraak voor mobiel betalen?

Met de introductie van de digitale betaaltechniek in een grote retailwinkel lijkt mobiel betalen aan terrein te winnen. Zo maakte concurrent Albert Heijn begin dit jaar ook al bekend dat ze werken aan een mobiel betalingssysteem. Mensen kunnen via hun mobiele telefoon producten scannen die ze wensen te kopen, en ze daarna aan de kassa via een speciale scanner afrekenen.

Ook bij de Franse supermarktketen Carrefour zijn ze nu al een tijdje bezig met een nieuw digitaal betalingssysteem. ‘We werken met een NFC-verbinding’ klinkt het bij PR-verantwoordelijke Baptiste Van Outryve. NFC, of Near Field Communication, is uitgerust met Apple Pay, het smartphone betalingssysteem van de Amerikaanse electronicagigant Apple. ‘Voorlopig wordt onze NFC-verbinding enkel gebruikt om visakaarten te scannen, maar we verwachten dat Apple dit jaar zijn betalingssysteem introduceert. Ook dan kan je in Carrefour met je iPhone betalen.’ Hierna volgen wellicht andere smartphonemodellen.

Seamless verklapte reeds aan de financiële krant De Tijd dat hun systeem niet alleen zal gebruikt worden in winkels van de Colruyt-groep. ‘We hebben inderdaad met andere ketens gepraat. Er is nog niks getekend, maar er is wel degelijk interesse’ klonk het toen bij Roelants.


Trut aan het woord



Massaal verzamelden vrouwen hun ervaringen met ongewenste handtastelijkheden, seksuele intimidatie en beledigende uitroepen onder de hashtag #wijoverdrijvenniet. Toch verdreven voetbal en TV het onderwerp uit de Belgische trendslijst op Twitter. Moest het probleem dat de hashtag aankaart, even snel vergaan, zou de wereld me vandaag minder droevig stemmen. 

Het is vreemd hoe snel de blanke, mannelijke westerling steigert als iemand een ongelijkheid aankaart, het zijnde op basis van huidskleur, geslacht of geaardheid.  Blijkbaar is er nood aan om ieder debat  hierover de mat vanonder de voeten te trekken en er een goeie slap stick van te maken. Bij de #wijoverdrijvenniet liet reactie dan ook niet lang op zich wachten.

Cat calling is een compliment
Bij het naroepen van vrouwen, dringt zich bij mij altijd een vraag op: waarom? Welk nut heeft het om een vrouw die voorbij wandelt na te fluiten, aan te gapen of na te roepen? 

Moet het een soort van paringsritueel voorstellen? Zo ja, dan denk ik dat die mannetjes nog lang mogen roepen voordat ze met zulke schunnige opmerkingen een vrouw in hun net zullen strikken. Nageroepen worden met ‘Hé, hete poes’ doet namelijk weinig vrouwen wild lopen.

Om die uitroepen tot een compliment om te vormen, moet je bovendien al behoorlijk wereldvreemd zijn. Het is dan ook moeilijk om in het gefluit, poezengeroep of ‘ooh la la’ een compliment terug te vinden. De ‘hoer’, ‘trut’ of ‘lelijk wijf’ nadien, voelen niet echt vlijend aan. De bijkomende complimenten over boezem, kont en benen dragen ook weinig bij. Ik loop namelijk al jaren rond met die boezem, kont en benen en hoef dus geen bevestiging van onbekenden over hoe die eruit zien. 

Het gaat bij cat calling en naroepen op straat dan ook niet om het compliment of om een versiertruc. Het gaat om machtsvertoon en beschimping. HIJ geeft aan HAAR een identiteit. Een seksuele identiteit. Dat zijzelf een heel andere rol voor zichzelf heeft uitgedokterd en dus nota bene een denkend wezen is, sijpelt niet door.

Mondigheid wordt niet aanvaard, noch aangeleerd
'Waarom reageer je dan niet?’ is een vraag die al snel opduikt als ik mijn frustraties bij vrienden of familie uit. Allereerst omdat het gewoon geen snars helpt. Mannen die zulke uitroepen doen staan niet open voor debat. Het is vaak alleen de moeder die respect verdient en alle andere vrouwen worden op een goede portie seksisme getrakteerd.

Maar het zwijgen is ook deel van de sociale conditionering van moderne vrouwen. Sinds mijn dertiende word ik regelmatig nageroepen. Nauwelijks vrouwelijke vormen, maar van kleins af aan wordt me aangeleerd om uitroepen te aanvaarden en schichtig naar beneden te kijken. Vrouwen horen niet terug te praten en als je vraagt om met rust gelaten te worden, ben je een ‘bitch’, ‘lelijk wijf’ of een ander verwerpelijk woord. Bovendien raden vrienden en familie aan om je er niets van aan te trekken. Alsof het probleem negeren, het probleem doet verdwijnen. 

Maar schokkend nieuws: negeren verandert niets!

Dus verzamelen vrouwen de moed om te reageren op dit soort gedrag. Via een column, zoals Yasmine Schillebeeckx;  via Twitter, zoals #wijoverdrijvenniet of in persoon. En wat krijg je als reactie? ‘Wat een vertrutting, kan een man nu niets meer tegen een vrouw zeggen?’ en ‘Ze zouden beter eens een dikkere huid kweken. We maken het als mens toch allemaal eens mee om door onbenullen uitgescholden te worden.’ 

Wat tegenstanders van #wijoverdrijvenniet vaak over het hoofd zien, is dat het niet om enkele keren gaat, maar dat vrouwen regelmatig door wildvreemde mannen op straat tot seksueel object gereduceerd worden. Het is zelfs niet ongewoon om zelfs iedere keer dat je als vrouw buitenkomt, nageroepen te worden. Twee keer ging ik voorbije week uit eten en beide keren werd ik op straat lastiggevallen omdat ik een vrouw ben.

De frustraties bij vrouwen zijn ook niet nieuw. In 2010 liet Eléonore Pourriat met de Franse kortfilm Majorité Opprimée een pijnlijke herkenbaarheid en vervreemding achter bij velen. Maar ook het experiment van Leah Green om cat calling naar mannen te keren, duidde aan hoe gelijk mannen en vrouwen op straat werkelijk zijn.

Seksisme is deel van het alledaagse leven van vrouwen en wordt als een gedogen last meegedragen. We passen kleding aan, pinnen de blik vast op de grond en hopen dat we deze keer niet lastiggevallen worden. Hiertegen trekken vrouwen nu ten strijde. We aanvaarden niet langer dat het normaal is om iedere dag nageroepen te worden, om beperkt te zijn in onze vrijheid en een schuldgevoel aangepraat te krijgen vanuit de maatschappij. Het is tijd om te veranderen en de wereld te doen inzien, dat die vrouw niet een stel voorbij wandelende borsten en billen is, maar een persoon van vlees en bloed die respect verdient.


@Dorien_Luyckx 

Quickstep is beter dan Lotto

Een statistische analyse van de twee Belgische wielerploegen in het voorjaar

Sinds 2003 strijden er steeds twee Belgische wielerploegen op het hoogste niveau mee. Sponsors Quickstep en Lotto zijn ook sinds 2003 een vaste waarde in het peloton. Voor lange tijd is de rivaliteit tussen deze twee ploegen groot geweest.

De laatste jaren lijkt het pleit echter beslecht geweest in het voordeel van de blauwe garde van manager Patrick Lefevere. Met onder andere kopman Tom Boonen reeg de ploeg de overwinningen aan elkaar. Ze scoorden vanaf 2003 184 zeges in het voorjaar (tot en met Parijs-Roubaix) tegenover amper 79 zeges voor de Lotto-ploeg.

Ronde van Vlaanderen

Dit jaar komt Lotto echter ook dichter. Ze wonnen tot nu tien wedstrijden en verkleinen de kloof met de Quickstep-ploeg. Die laatste hebben er wel reeds 18 op hun conto staan.

Vooral in de Belgische wedstrijden steekt de Quickstep-ploeg er met kop en schouders bovenuit. 54 overwinningen op Belgische bodem tegenover 13 zeges voor Lotto. Daarbij wonnen ze maar liefst vijf keer dé Vlaamse klassieker, de Ronde van Vlaanderen. Lotto heeft deze wedstrijd sinds 2003 slechts één keer gewonnen. Twaalf jaar geleden won Peter van Petegem de wedstrijd voor het toenmalige Lotto-Domo.

Recent heeft Lotto de beslissing genomen om zich meer toe te leggen op Belgische renners. Toch hebben ze in het verleden slechts 33 van hun 79 overwinningen in het voorjaar genomen met een Belgische renner, goed voor een percentage van 41%. Bij Quickstep ligt dit percentage hoger. 94 van hun 184 zeges werden behaald door een renner met de Belgische nationaliteit, 51% van de zeges dus.

Kloof wordt kleiner

Ook qua Worldtour-wedstrijden hinkt de Lotto-ploeg achterop. In het voorjaar zijn er slechts enkele wedstrijden van dit niveau. De eendagswedstrijden de E3, Gent-Wevelgem, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. En de rittenkoersen, de Tour Down Under, Parijs-Nice, Tirreno-Adriatico, de Ronde van Catalonië en de Ronde van het Baskenland. In deze wedstrijden behaalde de Quickstep-formatie 55 zeges tegenover 27 overwinningen voor de Lotto-ploeg. Bij die laatste ploeg zijn deze overwinningen vooral behaald in de Tour Down Under, maar liefst 16 van de 27 Worldtour-zeges werden in deze wedstrijd gewonnen.

Toch zien we dat dit jaar de kloof iets kleiner is geworden. Niet zozeer het aantal zeges. 18 zeges voor Quickstep tegenover 10 zeges voor Lotto is nog steeds een groot verschil, maar in de Worldtour-overwinningen scoort Lotto het best. De twee zeges in Parijs-Nice en de overwinning in Tirreno-Adriatico zorgen ervoor dat Lotto nu ook op het hoogste niveau scoort. De komende weken zullen we zien of de kloof definitief kan gedicht worden.

Analyse: Het imagoprobleem van Gamergate, de bitse strijd tussen gamers en feministen


Roep om onafhankelijke journalistiek lijkt rookgordijn om vrouwen lastig te vallen


Vrouwenhaat en ethische journalistiek. 

Als iemand je vraagt beide begrippen uit te leggen, zul je waarschijnlijk definities geven die amper iets met elkaar te maken hebben. Toch is er op internet vorig jaar een beweging gegroeid onder gamers, #Gamergate, die zich in een grijze zone tussen de twee bevindt. Volgens aanhangers is de beweging vooral bezorgd over hoe er over videospelletjes bericht wordt in de media. Maar volgens tegenstanders is de hashtag een haatcampagne tegen vrouwen in de wereld van de videospelletjes.

Het was acteur Adam Baldwin die de hashtag #Gamergate lanceerde op 27 augustus 2014. Met veel succes, want in de volgende maanden werden er dagelijks zo’n 50 000 tweets gestuurd onder die noemer.

De beweging zegt zelf te streven naar neutrale journalistiek wat betreft videospelletjes. Verhalen van journalisten die al voor de release toegang krijgen tot spelletjes op voorwaarde dat ze een goede recensie schrijven, bewijzen dat aanhangers met recht en reden bezorgd zijn. Toch valt niet te ontkennen dat tegenstanders ook een punt hebben als ze beweren dat Gamergate vooral vrouwen aanvalt. Dat bewijzen de onderstaande verhalen, die de beweging bekend gemaakt hebben.

Met de regelmaat van de klok duiken er ook nieuwe hashtags op die dan weer samen met #Gamergate druk getweet worden. Een van de populairste is #NotYourShield. ‘De Gamer’ wordt nog steeds gezien als een blanke - meestal heteroseksuele - man. #NotYourShield verenigt mensen die niet aan die criteria voldoen, maar wel Gamergate steunen. Ze willen niet als schild gebruikt worden door de tegenstanders die de beweging afdoen als een stelletje gefrustreerde, seksistische mannen. Tegenstanders van Gamergate, die de seksistische opmerkingen aanklagen, worden meteen #SJW’s genoemd, Social Justice Warriors, wat vooral als scheldwoord bedoeld is.

The Quinnspiracy
Zoe Quinn is een Amerikaanse game-ontwikkelaar die in februari 2013 Depression Quest uitbracht, een spel dat mensen wil tonen hoe het is om te leven met een depressie. In augustus vorig jaar werd het spel opgepikt door Steam, een online distributieplatform. Op dat moment verscheen er ook een blog door Quinns ex-vriend, die haar ervan beschuldigde hem te hebben bedrogen met een game-journalist, in ruil voor positieve recensies.

Gamergaters stonden op hun achterste poten: journalisten, en bij uitbreiding bloggers, zijn niet meer neutraal doordat ze nauwe banden hebben met de makers van de spelletjes waarover ze schrijven.

De journalist in kwestie, Nathan Grayson, had in het verleden inderdaad een artikel geschreven over Depression Quest maar, zo verzekerde de hoofdredacteur van de website waarvoor Grayson schreef, dat was voor zijn relatie met Quinn. Grayson heeft ook nooit een recensie geschreven over het spel.

Toch werden Quinn en haar familie vervolgens het slachtoffer van een haatcampagne. Haar accounts op diverse sociale media werden gehackt, haar persoonlijke gegevens gepubliceerd en ze ontving berichten waarin mensen haar dreigden te verkrachten en te vermoorden. Opvallend genoeg kreeg Grayson geen bedreigingen en werd er ook amper over hem getweet.

Enkele maanden na The Quinnspiracy kwam een ander verhaal aan het licht dat twijfels deed rijzen over de onafhankelijkheid van recensenten. De makers van het spel Shadow of Mordor gaven bekende bloggers en Youtubers de kans hun spel al voor de officiële release te spelen. Maar ze moesten wel een contract tekenen waarin stond dat ze er enkel positieve dingen over mochten schrijven. Dat gebrek aan onafhankelijkheid is precies wat de Gamergaters willen aanklagen. Toch veroorzaakte dit verhaal amper ophef op de sociale media.

Bayonetta 2
Recensenten liggen vooral onder vuur als ze te positief zijn over videospelletjes, maar een Amerikaanse journalist, Arthur Gies, kreeg het dan weer hard te verduren omdat hij niét onverdeeld positief was over een bepaald spel.

Gies schreef voor website Polygon een recensie over Bayonetta 2, een spel waarin een vrouwelijk hoofdpersonage zich al vechtend een weg baant door een massa vijanden om haar vriend te redden. Hij gaf het spel een score van 7.5/10. Beduidend lager dan de 91% die het spel gemiddeld kreeg van recensenten. Wat er volgens Gies mis was met Bayonetta 2? ‘De overdreven objectivering van het hoofdpersonage, met uitgebreide close-ups van de niemendalletjes die ze draagt, stoort en leidt de aandacht af van de goede elementen zoals de creativiteit van de makers in de vechtscènes.’

Meteen kreeg Gies boze reacties te verwerken. Want, zo luidde de redenering, in een review hoor je enkel aandacht te hebben voor het verhaal, de gameplay en eventuele fouten in de software. Dat het hoofdpersonage niet meer is dan een pakketje borsten en billen, in die mate dat het storend is voor de recensent, is niet relevant volgens velen. De recensent mag volgens hen zijn eigen mening niet ventileren, want dat is ‘niet neutraal’.

"Recensenten mogen
 hun eigen mening niet uiten."
De kritiek die websites te verduren krijgen van gamers, is enorm. Toen Gamasutra, een website over videospelletjes, een artikel publiceerde dat het einde van ‘de gamer’ als identiteit aankondigde, was het hek van de dam. Boze lezers stuurden mails naar chipfabrikant Intel met de eis dat die zijn advertenties op Gamasutra stopzette. Dat gebeurde ook, maar enige tijd later verontschuldigde Intel zich voor die zet, omdat het geen partij wilde kiezen in het conflict. Gamergaters zijn dan wel geen journalisten, maar de vraag is of hun actie ethisch in orde was. Ze hebben zich verenigd om een bedrijf onder druk te zetten omdat een website iets schreef wat ze niet leuk vonden.

Anita Sarkeesian
Arthur Gies is overigens niet de enige die wijst op de vaak problematische voorstelling van vrouwelijke personages in videospelletjes. Hij schreef één recensie over één spel, maar de Canadese feministe Anita Sarkeesian klaagt het probleem al enkele jaren aan en krijgt het hard te verduren.

De controverse rond de blogster en Youtube-ster is al enkele jaren aan de gang. Sarkeesian maakt al sinds 2009 video’s waarin ze de vertegenwoordiging van vrouwen in videogames, films en literatuur bespreekt. Vrouwen worden volgens haar nog te vaak afgebeeld als jonkvrouw in nood.

Critici vinden dat Sarkeesian overdrijft in haar video’s. Ze zou die elementen uitkiezen die haar betoog ondersteunen, zelfs als dat maar een fractie van het volledige spel is. Sinds 2012 krijgt Sarkeesian dan ook af te rekenen met haatcampagnes. Zo werden, net als bij Zoe Quinn, haar persoonlijke gegevens online gegooid en krijgt ze doodsbedreigingen. Iemand maakte zelfs een spel ‘Beat up Anita Sarkeesian’, waarbij je haar in elkaar moet timmeren. Een andere feministe die kritiek had op dit spel, werd vervolgens zelf bedreigd.

In oktober vorig jaar zou Sarkeesian een lezing geven op een school. Maar iemand dreigde ermee iedereen op die lezing neer te schieten en verwees daarbij naar een schietpartij op een school in 1989, waarbij de schutter handelde vanuit een diepe haat tegenover feministen. De lezing werd afgelast.

Een andere vrouw die enkel nog lezingen geeft op voorwaarde dat er voldoende veiligheidsmaatregelen worden getroffen, is Brianna Wu. Wu is een Amerikaanse die zelf spelletjes maakt en zich kritisch uitlaat over Gamergaters die ‘vechten tegen een apocalyptische toekomst waarin vrouwen acht percent vormen van alle programmeurs in plaats van drie percent’. Haar adres en andere persoonlijke gegevens werden prompt online gedeeld en bedreigingen volgden meteen.

Milo Yiannopoulos
Volgens veel Gamergaters verzinnen Sarkeesian, Wu, Zoe Quinn en andere vrouwen die bedreigingen. Ze zouden zelf, met anonieme accounts, hun gegevens publiceren en dreigmails sturen. Het bewijs? ‘Andere feministen hebben dat in het verleden al gedaan.’ Vreemd genoeg stelde amper iemand zich vragen over de echtheid van de bedreigingen aan het adres van een voorstander van #Gamergate.

Die aanhanger is Milo Yiannopoulos, een Britse journalist en voor veel Gamergaters een van de helden van hun beweging omwille van zijn artikels op verschillende websites. Hij bracht onder andere aan het licht dat Amerikaanse game-journalisten via e-mail contact onderhielden met elkaar en afspraken om Zoe Quinn te steunen. De communicatie tussen journalisten en de afspraken die ze maakten, was koren op de Gamergate-molen. Toch kan je jezelf de vraag stellen of Yiannopoulos het beste uithangbord is voor een beweging die streeft naar openheid en ethische journalistiek. Een bedrijf van Yiannopoulos kwam immers in opspraak nadat het, onder druk van de Britse krant The Telegraph, de uitslag van een wedstrijd voor ondernemingen zou hebben aangepast.

Yiannopoulos is nu een gerespecteerd lid van Gamergate, maar tot augustus 2014 schreef hij regelmatig artikels waarin hij gamers kinderachtig noemde. In tweets herhaalde hij dat en gaf hij videospelletjes de schuld van schietpartijen op scholen. Op 14 augustus klonk het nog zo: ‘Personally, I don’t understand grown men wasting their lives playing computer games. It seems a bit sad to me.’ Met andere woorden: volwassen mannen die videospelletjes spelen, zijn zielig. Maar hij vond niet dat gewelddadige spelletjes verboden moeten worden, want ‘het is niet aan hem om te bepalen wat zonderlingen in ondergoed met gele vlekken in hun vrije tijd doen’. Over een protest van gamers in 2013 tweette hij dat het niemand iets kan schelen wat die mensen denken.

Amper twee weken na het artikel waarin Yiannopoulos gamers zielig noemde, kwam hij dan met een stuk waarin hij stelde dat die mannen terecht gefrustreerd raken door ‘feministische bullebakken die de game-industrie kapot willen maken’. De oorspronkelijke titel van het stuk kan je nog zien in de link van het artikel, daar was er sprake van ‘liegende, hebberige, promiscue feministische bullebakken’. Ook zijn twitterpagina staat vol seksistische opmerkingen.

"Milo haat gamers,
maar haat feministen
nog meer."
Het lijkt er dus op dat Milo Yiannopoulos weliswaar gamers haat, maar feministen nog meer. Dat hij zich vooral achter #Gamergate geschaard heeft omdat het hem goed uitkwam. Criciti merken op dat Yiannopoulos’ gedrag niet strookt met het ideaal van ethische journalist dat Gamergate beweert na te streven en dat hij zelf vooral van leer trekt tegen feministen. Met uitzondering van de mailinglijst die hij publiceerde, heeft hij niet veel aandacht voor de problemen rond ethiek en onafhankelijkheid.

Toen Yiannopoulos op 20 september een injectienaald ontving via de post, werd er meteen met een beschuldigende vinger naar feministen gewezen. Een Gamergater die in een online gesprek daarover suggereerde dat ze best even afwachtten met hun hevige reacties, werd weggestemd. Anita Sarkeesian verzint dus volgens Gamergaters de bedreigingen die ze ontvangt, maar als een van hen bedreigd wordt, stelt niemand zich er echt vragen bij.

Petitie
Op 10 maart verscheen een petitie waarin Gamergaters vragen dat de Amerikaanse overheid een officieel onderzoek opstart naar hun beweging. Ze doen dat om aan te tonen dat ze geen vrouwenhaat tolereren binnen hun hashtag: ‘haal de rotte appels eruit’. Als de petitie 100 000 handtekeningen verzamelt, moet president Obama officieel reageren op de vraag. De petitie loopt van 10 maart tot 9 april. Op 27 maart, precies halfweg staat de teller op 330 handtekeningen.

Het is een illustratie van het imagoprobleem waarmee #Gamergate te kampen heeft: een
aantal mensen bedoelen het goed en zijn terecht bezorgd over hoe er over hun hobby wordt geschreven, maar een ander deel van de beweging lijkt andere prioriteiten te hebben.

De vraag is dan wat die eerste groep daaraan kan doen. Een nieuwe hashtag starten zou een optie kunnen zijn, al bestaat altijd het gevaar dat de nieuwe naam weer overgenomen wordt door anderen.


@AnDierickx